En dan komt de kraai

Essay over The Anti-Algorithm

© Hanneke Wetzer


Door: Ilona Roesli

De manier waarop je loopt. Of rent. Of liever nog: de manier waarop je van lopen naar rennen overgaat. Hoe ziet dat eruit? Je zult het misschien niet weten van jezelf, maar hoe zit het met de loopjes van je geliefde, je vrienden en familie? Iedereen heeft een loopje, zoals iedereen een persoonlijkheid heeft. En zo heeft iedereen ook een andere manier van rennen, van vallen, van opstaan, van omdraaien, van oppakken en vastpakken.  Zo pakt je oma op een ander manier iets van de grond dan je neefje die net begonnen is aan de middelbare school. Zo zijn er mensen waarbij iets oppakken van de grond volstrekt ondenkbaar is geworden. Stel je nu voor dat er op deze wereld een choreografe rondloopt die de schoonheid ziet in die bewegingen. Een choreografe die een groeiend archief wil maken van bewegingen: met het idee om ze te preserveren.

Wie op Theaterfestival Boulevard op ontblote voeten plaatsneemt op een wit krukje op een van de randen van een vierkante witte dansvloer ziet vier performers, twee schermen en een spreker. Wat volgt is een interactieve lezing van Katja Heitmann en haar pogingen tot preservatie van bewegingen. “Een choreografische TED-talk”, zoals het programmaboekje de voorstelling beschrijft. Maar waar een TED-talk vaak begint met een veredelde anekdote en je door een levensles samengevat op dertig dia’s leidt, heeft The Anti-Algorithm meer iets weg van een ziekenhuis dan een inspiratie-bijeenkomst.

Filosoof Jos De Mul beschrijft in zijn boek Kunstmatig van nature: Onderweg naar Homo Sapiens 3.0 een toekomstbeeld waarin zich drie scenario’s voordoen: het zwermgeest-scenario, het alien-scenario en het zombie-scenario. De eerste illustreert de samenleving als een zwermgeest, als een versmelting van individuen, gekoppeld aan elkaar, door bijvoorbeeld data, en aan computers, een soort collectief brein. Denk daarbij aan de nieuwste auto’s en hun steeds autonomer wordende functies. Ook in promotieteksten krijgen auto’s steeds meer menselijke eigenschappen toegewezen. Auto’s moeten niet alleen autonomer rijden, maar moeten ook betrouwbaar zijn en veiligheid bieden. Een tekst beschrijft zelfs de ‘bredere schouders’ ten opzichte van zijn voorganger. Het alien-scenario gaat een stapje verder en betreft genetische manipulatie, een stap richting het transhumanisme dat de natuurlijke grenzen van de mens probeert te verleggen. Het laatste scenario de periode na de mens, het posthumanisme, waar, met behulp van biogenetica en cybernetica bijvoorbeeld, robots zichzelf kunnen ontwikkelen en autonoom kunnen bestaan.

 

© Hanneke Wetzer


Op zich niets nieuws onder de kunstmatige zon. Wat deze filosofische boeken en hun omina der technologie aantonen is een vergevorderd discours dat de opkomst van de digitalisering probeert te bespreken in relatie tot de mens. Katja Heitmann daarentegen doet geen beroep op sociale media of technologische en biologische uitvindingen en laat juist de menselijke anatomie de boventoon voeren. Heitmann speelt met het idee van het transhumanisme door haar performers de natuurlijke bewegingen van anderen, inclusief diens beperkingen, te laten imiteren en vooral: te perfectioneren. Dit idee van perfectionisme is niet nieuw voor de choreografe die eerder al in Siri Loves Me en Pandora’s DropBox voorstellingen maakte gebaseerd op het uitvoeren van perfecte, minimale bewegingen. Nu gaat ze een stapje verder in die menselijke controle door de sequenties van bewegingen die wij als mensen onszelf hebben aangeleerd te deconstrueren en nieuwe, op misschien onnatuurlijke wijze, sequenties te construeren. Door de natuurlijkheid van die bewegingen te bevragen, beschouwt Heitmann deze niet als menselijke sequenties, maar als algoritmes die opnieuw te programmeren zijn. In The Anti-Algorithm, creëert ze een in-house laboratorium waar minutieus de menselijke sequenties worden ontleed in atomaire bewegingen. Het is een ontmoeting tussen twee schijnbaar tegengestelde krachten: tussen de natuur van de mens en de behoefte om deze te controleren en aan te passen. Heitmann omarmt deze paradox die filosofen zoals Jos De Mul verzuimen te vermelden omdat er vaak te veel aandacht gaat naar de technologie. Daarmee is The Anti-Algorithm niet alleen relevant voor de discipline van de kunst, maar ook voor het discours rondom de toekomst van mens en technologie: het is een krachtige visualisatie van dat debat, omdat Heitmann, zelfs nog in alle kunstmatigheid van de voorstelling, menselijkheid hoog in het vaandel heeft staan. Het is een ontmoeting tussen back to the basics van de performer, zijn of haar lichaam, en een back to the future waarin Heitmann een wereld schetst, een eigen toekomstscenario, dat bestaat uit een groeiend archief van menselijke bewegingen: herinneringen aan uitgestorven bewegingen, aan een vroeger mens-zijn. In een wereld die digitaliseert kun je je afvragen wat er met een archief als deze zal gebeuren. Worden het slechts menselijke memorabilia of verkoopbare data?

In de tweede helft toont Heitmann beeldmateriaal van haar werk met ouderen die een bepaalde beweging willen preserveren. Vervolgens wordt aan de performers gevraagd om naar de grond te gaan en dan op te staan met verschillende beperkingen, denk aan osteoporosis of artrose. De manier waarop Heitmann en haar performers het lichamelijk vocabulaire beheersen is aantrekkelijk om te zien: alsof je aan een Formule-1 coureur vraagt om, geheel gekleed in raceoutfit en helm, zo snel mogelijk een aantal laps te rijden in een Ford Focus. Waar wij, mensen, zo geïnteresseerd zijn in hoge snelheden en perfecte balletvoorstellingen, trekt Heitmann je weer naar de grond toe en zet ze je neer op beide voeten: wederom met enorm veel menselijkheid. In een van zijn cabaretvoorstellingen, toont Pieter Derks de achteruitgang van de menselijke evolutie: van gebogen primaat naar erect mens. En nu we met z’n allen weer een kromme nek krijgen door onze smartphones, lopen we weer gebogen terug de tijd in. Het was de eerste keer dat ik mij besefte dat er ook een geschiedschrijving van onze bewegingen kon worden opgemaakt.

De eerste helft van The Anti-Algorithm is een laboratorium waar bezoekers rond mogen lopen wanneer de performers een bepaalde sequentie uitvoeren of worden gevraagd een bepaalde houding te imiteren. In de laatste minuten brengen het zweet, het getril en de tranen van de performers The Anti-Algorithm tot een einde. Ergens zit in de kern van dit überesthetisch en gecontroleerd lichamelijk bewegen een menselijke emotie. Wanneer de performers beginnen te snotteren en te tranen, iets wat onmogelijk tot een vooraf bepaalde choreografie kan behoren, begint de individuele ervaring van de performer de performance te overschaduwen. Juist die uitingen van verinnerlijking behoren tot het domein van de kunst. In de kleedkamer trek ik mijn schoenen weer aan en besef ik dat Heitmann iets heeft aangeraakt wat voordien vanzelfsprekend was. Een mens heeft vele paradoxen en Heitmann heeft er een aantal essentiële aan het licht gebracht. Het perfectionisme van de performers en Heitmann zelf vormen een schril contrast met de menselijke natuur, die imperfect en vooral onderhevig is aan vergankelijkheid. Bewegingen verdwijnen en niet alleen omdat ze aangepast moeten worden naar een omgeving die technologisch slimmer wordt. Ook verdwijnen bewegingssequenties door een menselijk aftakelen. Dit spanningsveld tussen enerzijds het vooruitgangsdenken van de mens en diens vergankelijkheid wordt door Heitmann opnieuw benadrukt en relevant gemaakt. Zo stuiten we, ondanks onze sterk toenemende afhankelijkheid van technologie, continu op een menselijk tekort: de dood. Voorlopig blijft de kraai nog kraaien.

Over Dans & Durf
Essay van Ilona Roesli na het zien van The Anti-Algorithm van Katja Heitmann op Theaterfestival Boulevard 2018. Ilona Roesli was eerder 1 van de deelnemers van Schrijfcursus Dans & Durf, een project voor creatieve schrijvers die nieuwe woorden durven zoeken voor dans, door Domein voor Kunstkritiek & DansBrabant (sept. 2017 – jan. 2018).