Sensation White in de hel

Essay over In Memory of a Projection

© Robert Benschop

© Robert Benschop


Sensation White in de hel

Guilherme Miotto
IN MEMORY OF A PROJECTION, Korzo producties & DansBrabant
gezien: dinsdag 13-09-2016, Toneelschuur, Haarlem
door: Enver Husicic

Ik loop de zaal in en denk: ‘Oh nee hè, we zitten in een kring.’ Als ik ergens een hekel aan heb, is het in een kring zitten. Dat geldt niet alleen voor verjaardagen maar zeker ook voor theatervoorstellingen. Gelukkig is het donker en kunnen wij toeschouwers elkaar niet aankijken. Een danseres komt op. In het rood. Spaarzaam verlicht. Ze beweegt stuntelig, zoekend, alsof ze op zoek is naar een vorm om haar bewegingen in te gieten, een vorm die ze niet lijkt te vinden, waardoor het stuntelen, het aftasten de vorm wordt. Ze doet me denken aan iemand bij wie het licht is uitgegaan en die alles opnieuw moet leren. Elke beweging. Helemaal opnieuw. Het doet me denken aan een wedergeboorte. Het is stil. Muisstil. Naast mij zit een man met een knorrende maag. Het geknor snijdt als een mes door de stilte heen. Er komt een danseres bij die ook zoekt. En dan komt er nog een danseres bij die wat expressiever beweegt. De energie wordt intenser. De danseressen doen me denken aan dronken gedrogeerde youths. Eén van hen lijkt te willen schuimbekken en draait met haar ogen, alsof ze te veel drugs heeft gebruikt, het is alsof we regelrecht van een zuipkeet in een
k-hole zijn beland. Dan beginnen ze alle drie nog intenser te bewegen. Het doet me denken aan een Surinaamse Winti-pré waarbij een slechte geest uit een ziek iemand wordt gedreven, in de vorm van exorcisme. De danseressen schieten allemaal alle kanten uit en er lijkt geen enkele controle meer te zijn. Het wordt nu behoorlijk angstaanjagend vind ik, vooral omdat ze het zo lang volhouden. Het is alsof ze letterlijk bezeten zijn en ik probeer me vast te klampen aan mijn stoel en het op een afstand te houden door het te rationaliseren: ‘Het is een artistieke keuze, er zal zo wel iets anders komen.’ Maar het gaat door. 1 van de danseressen komt akelig dichtbij en dreigt door de vierde wand heen te willen breken. Subtiel schuif ik mijn voeten onder mijn stoel zodat die niet geraakt kunnen worden. Wat als de demon op mij wordt overgebracht? Interessant is dat hier de grens toeschouwer performer lijkt te worden opgeheven. De danseressen dansen en wij dansen in zekere zin mee, zittend op onze stoelen. Het ‘Ik heb stiekem met je gedanst’-procedé maar dan de horrorvariant. We worden meegesleurd in iets waarvan we niet weten waar het toe zal leiden, en dat is eng. Er rest mij niets dan rustig te blijven ademhalen en te voorkomen dat de danseressen te veel onder mijn huid kruipen. Ik ben daar nog niet klaar voor.

 

© Robert Benschop

© Robert Benschop

 

Dan houdt het even op. Het tempo wordt lager en we zijn er even uit. De danseressen staan stil af te wachten lijkt het. Geluiden zijn te horen, machinaal, alsof we in een trein zitten in een grote, donkere, schimmelige veewagon. De danseressen lijken niet te weten wat hen overkomt. Het is alsof ze door de ruimte heen en weer worden geslingerd. Het razen van de trein houdt op. De danseressen bewegen zich door de cirkel, omhoog kijkend, alsof ze op zoek zijn naar iets van licht om zich aan vast te grijpen. Alsof ze een oordeel afwachten, zijn overgeleverd aan een onmenselijke hogere macht. Alsof het genadeschot ieder moment gelost kan worden. Dan klinken er vaporwave-achtige microsoft geluiden en blieps. Het is nu alsof de danseressen omhoog worden getrokken door een onzichtbare kracht. Alsof zij worden geüpload. Ik moet denken aan Wikileaks, het al dan niet goedbedoeld openbaren van ‘geheimen’. Er gaat iets gewelddadigs uit van de bewegingen van de danseressen die omhoog worden getrokken door een onzichtbare machine. Ik verval in bespiegelingen. Het lijkt er soms op dat de wereld een grote voyeuristische binnenplaats aan het worden is, waarin ieder lichaamsdeel, elke gedachte, non stop wordt gefilmd en live wordt gestreamd, een totaal gebrek aan privacy. Het fascisme van de transparantie. Een bijna pornografische slachting van de kuisheid en de bedekkende schaamte. Of zoiets. Ergens in mij voel ik een verlangen opborrelen naar de tijd dat geheimen nog gewoon geheimen mochten zijn en niet alles maar moest worden geopenbaard door Assange-achtige klokkenluiders en irritante vloggers. Een tijd waarin er nog geen internet was en ook geen mobieltjes. Een tijd waarin je niet continu in direct contact stond met al die mensen om je heen die je nu dagelijks op je Facebook wall voorbij ziet glijden met hun –uitzonderingen daargelaten- domme, zinloze en irritante ego-posts.

Ik dwaal een tijd af. Denk na over een prozatekst waar ik al een tijd mee bezig ben en die niet echt af wil komen. Dat overkomt we wel vaker als schrijver, dat ik ineens met mijn werk bezig ben tijdens een voorstelling of een film, of een wandeling of wat dan ook. Het schrijfproces zou je kunnen vergelijken met de danseressen, het is iets dat zich niet altijd in banen laat leiden door mij. Het schrijfproces kan je ineens bij de lurven grijpen en niet meer loslaten. Ik denk na over enkele personages waarvan ik niet zo goed weet wat ik met ze moet. Ik realiseer mij dat zij zich misschien net zo wanhopig voelen als de danseressen voor mij. Overgeleverd aan een hogere macht, de schrijver, die zelf ook op zoek is naar het hoe en het wat. In mijn verbeelding zie ik 1 van de personages tekeer gaan tegen mij: ‘Maak een keuze man, doe iets, want ik zit al veel te lang in deze smerige, uitgewoonde kamer die jij voor mij verzon. Gaat er nog iets met mij gebeuren of wat?? Ga ik nog iets doen aan de deplorabele staat van de wereld of laat ik het erbij hangen? Bredda?’ Ik moet hem het antwoord verschuldigd blijven. Ik probeer hem (Sailor is zijn naam) te laten dansen, om hem een escaperoute te geven voor zijn opgekropte emoties, maar nee hoor. Dat is een brug te ver. Hij blijft zitten in zijn ranzige fauteuil in de bittere, grauwe wereld die ik voor hem heb gecreëerd, het bittere cynisme druipend van zijn lonewolf baard. Wachtend op een bevrijdende plotwending die maar niet wil komen, een ingreep. Sorry Sailor. Het zit er even niet in. Wat doe ik mijn personage toch aan? Misschien heb ik gewoon even behoefte aan iets anders. Zoals deze dansvoorstelling die als een TGV door raast. Misschien is het een kwestie van geduld. Het is te hopen voor Sailor. Voor mij ook. Want die tekst moet een keer af. Toch?

Ik ben weer terug. Er heerst een extatische sfeer. Het is alsof we ons in een groot stadion bevinden. Er klinken dreunende, misvormde beats in de verte. Euforisch bewegen de danseressen heen en weer. Het is alsof we ons op een Sensation White party bevinden, maar dan ergens in de diepste krochten van de hel. Alsof het einde van de nacht nadert, en de drugs beginnen uit te werken, we losgaan op de laatste stuiptrekkingen van onze gezamenlijke trip.

Er is 1 danseres over. Ze staat stil en kijkt omhoog. Badend onder een waterval van licht. Het licht gaat uit. Een lange stilte. Is de voorstelling nu voorbij of niet? 1 iemand begint te klappen, voorzichtig, en dan klappen wij mee. Het licht gaat aan. Een vrouw laat twee keer spastisch haar telefoon vallen op weg naar buiten en grapt dat de voorstelling haar niet wil loslaten.

Buiten is het bloedheet. Af en toe trekt er een rilling door mijn lijf. Een nawee van de voorstelling. Mensen zitten gezellig biertjes te drinken op terrasjes en het geroezemoes van hun stemmen is als een warm bad na zo’n spervuur van associaties. Een avond om niet snel te vergeten.

 

© Robert Benschop

© Robert Benschop