Perfection is boring, thank god.

Verslag Opening Dansmaand

 Jan Martens - Ode to the Attempt, © Matthijs Klaassen

Jan Martens – Ode to the Attempt © Matthijs Klaassen

Kijk.
Het is bijzonder.
Een choreograaf blijft bij een dansvoorstelling vaak uit beeld. Hij of zij is, zeg maar, het brein achter de content, de bedenker van de beweging, de naam die wordt genoemd. Maar verder. Wat denken zij, wat doen ze, wat houdt hen warm? Dat zie en hoor je in de voorstelling. Zo hoort het. Het is doorheen het dansgebeuren dat ze zich tonen, de voor-stelling zegt nu juist wat zij willen zeggen, al blijft dat imperfect en zonder woorden, en de dansers zijn de uitbreiding van hun eigen lichaam.
En toch.
Het is bijzonder, als je plots oog in oog staat met een van de opmerkelijkste jonge choreografen. Hij zit vanavond aan de ene kant op scène, en het publiek zit aan de andere kant in de zaal. Maar wat volgt is een meeslepende long selfie van een jonge maker. Hij draagt een sportbroekje en loshangend T-shirt, slechts zijn computer en lichaam bij de hand, zijn open blik op ons gericht. Hij is vlakbij en toont zich: hij praat, ernstig/grappig, hij danst, gekleed/ontbloot, hij toont beeld, zichzelf/de andere. Hij pakt ons helemaal in.
Ode to the Attempt. Tien en meer eerbetonen aan de poging. Omdat de poging de wezenlijke kern is van het maken. Zo versta ik het toch. En omdat het volmaakte volgens Martens slechts tot verveling leidt. Zo verstond ik het ook.

The Dog Days Are Over © Matthijs Klaassen

The Dog Days Are Over © Matthijs Klaassen

 

Kijk.
Misschien sloeg de voorstelling The Dog Days Are Over nadien zo toe bij mij. De voorstelling waarmee Jan Martens zich enkele jaren geleden ook internationaal kenbaar maakte, als maker dan, niet enkel als performer. Begrijp ik het goed? Zie ik vanuit de sprong dat het volmaakte niet enkel tot verveling leidt maar ook gruwelijk kan zijn. De beklemmende uniformiteit, de moordende herhaling, een stil en bijna kleurloos universum. Zijn wij dat? Aan het werk in de klokvaste fabriek of op een onmenselijk kantoor, aan het trainen in een veelbelovende fitnessruimte of onderweg in een overgereguleerde samenleving vol wetten, verboden en geboden. Opgejaagd. Koortsig. Continu. Een. Twee. Drie. Vier. Een. Twee. Een. Drie. Vier. Een. De wreedheid van opsomming.
Gelukkig is er ook de schoonheid van de choreografie, de menselijkheid van de uitputting, mijn bewondering voor hun beheersing, de enkele tonen muziek of een bevrijdend applaus middenin… Anders wordt het bijna ondraaglijk. Want kijk, zelfs als de dansbewegingen bij momenten divers worden, verstarren ze al snel tot persoonlijke tics.
Iets in mij verlangt zo sterk dat er iemand uit de band springt. Viel er maar iemand door de mand, maakte maar iemand plots een wilde beweging, doorbrak één danser maar met een schreeuw, een vloek, misschien een poëtisch woord, dit helse cijferritme. En toch wil je ook dat het doorgaat: het gewicht van de beweging, de zwaarte van de herhaling, en tel daar het wegen van de tijdsduur bij op. Toont deze voorstelling ons enkel een verpletterende monotomie die op ons bestaan rust, net zoals de broeierige hondsdagen een mens geheel kan verlammen? De klaarste van al, zoals Homerus ze al in de Ilias noemde, maar dagen die het kwade in zich dragen, en hitte en koorts voortbrengen die de mensheid doet lijden.

TDDAO - mini XL © Matthijs Klaassen

TDDAO – mini XL © Matthijs Klaassen

Er is vanavond nog film, muziek, dans, beeldende kunst.. Maar ik herinner mij bij het late wegwandelen uit de Tilburgse schouwburg vooral het begin van de avond. Jan Martens maakte met een groot aantal Fontys-studenten voor vanavond ook een korte bewerking van The Dog Days Are Over – een ‘mini XL-versie’. Het is eenzelfde opzwepende ritmiek, diezelfde sterke beelden, de sprong is hier ook in essentie aanwezig als het begin en einde van de voorstelling. Maar. Misschien heeft het met het kleurige jonge geweld te maken, de zonovergoten buitenplaats voor de schouwburg, de grootstedelijke buitengeluiden die aanwezig bleven: maar hier leek de hondse wereld even ver weg te zijn, en het was alsof de individuele kracht juist tot haar recht kwam in het geheel en zich daardoor versterkte. Zo leek het wel of de dansers samen tot opstand kwamen, in een eerbetoon aan de kunst en in een verzet aan de goddelijke volmaaktheid en de helse monotomie van de hedendaagse samenleving. Thank god, het is dat levendige beeld dat me de volgende dagen af en toe voor ogen zal komen.

Tekst: Ann Meskens
Beeld: Matthijs Klaassen

Met dank aan
DansBrabant
Domein voor Kunstkritiek
B&B Hoe maakt u het?

Ann Meskens (1965) studeerde wijsbegeerte en toegepaste ethiek aan de ku Leuven en de Universiteit van Nice. Ze is journaliste en heeft een filosofische praktijk in Mechelen. Ze geeft lezingen, werkt als radiocolumniste en schrijft voor diverse kranten en tijdschriften (De Morgen, De Brakke Hond, Filosofie Magazine). The making of stond op de short list van de Socrates Wisselbeker 2015 voor de verkiezing van beste filosofie boek van het jaar. Haar boek Tati belandde zowel op de longlist van de Socrates Wisselbeker 2006 als op de tiplijst van de ako Literatuurprijs 2006. Bron: website Lemniscaat.