Verslag van de Leegte

Deel 1: De stilte

The Star Palace, verlaten theater


Verslag
 van de leegte is een doorgeefessay geschreven door de meest hongerige schrijvers van Domein voor Kunstkritiek. Een antwoord op de stilte, de leegte, die ontstaan is in coronatijd. Wat betekent het om mens te zijn in tijden van pandemie en kan kunst ons verlichting geven? Dit is de kick off. Met de Tilburgse filosoof Arthur Kok en Antwerps/Nederlandse schrijver Elske van Lonkhuyzen. Elske nam deel aan de eerste serie Dans&Durf in 2017. Arthur nam deel aan Dans&Durf, de festival editie in 2019. Dans&Durf is de cursusreeks en beweging van DansBrabant en Domein voor Kunstkritiek, waarin schrijvers zoeken naar nieuwe woorden voor nieuwe dans.

De stilte
Tekst: Arthur Kok

In het begin, als de eerste maatregelen worden afgekondigd, wil ik alles blijven volgen. Journaals kijken – ik kijk nooit naar het journaal – obsessief de krant lezen – ik lees wel de krant, maar niet obsessief – doorklikken op alle Facebook en LinkedIn artikelen – oké, dat doe ik normaal ook wel, maar meer terloops, met meer schaamte ook, omdat ik meestal vind dat ik wel wat beters te doen heb. Maar ik geef toe, het gevoel van urgentie en verlies van schaamte lijken bij mij altijd erg veel op elkaar.

Ik moet op de hoogte zijn, hou ik mezelf voor. Juist nu. Nu gaat het gebeuren. De actualiteit is nog nooit zo actueel geweest. Alleen er gebeurt niets. Ik bedoel, er gebeuren wel dingen, heftige dingen, een crisis, de noodtoestand, duidende stemmen vallen over elkaar heen. Maar het resultaat is juist dat er in het dagelijks leven steeds minder gebeurt. Ook de toekomst lost op in leegheid. In stilte. Wat is een crisis anders dan een opeenvolging van gebeurtenissen in de richting van niets?

Mijn rol als toeschouwer was een late roeping. Ik denk niet dat ik voor mijn vijfentwintigste ooit vrijwillig een theater van binnen heb gezien. Toen ik vierentwintig was heb ik zelfs overwogen om het klooster in te gaan. Op de achtergrond een mislukte verliefdheid en jaren van bijna dagelijkse bezoeken aan café en coffeeshop. Ze verkochten de illusie van een vrij leven, maar bleken zelf uiteindelijk sleur. De eeuwige herhaling van hetzelfde.

Als ik dit kloosterverlangen af zou doen als naïeve bevlieging, doe ik mijn vroegere zelf tekort. (Voor de duidelijkheid, ik ben dus nooit het klooster ingegaan.)

Ik hou van stilte. Lange dagen van stilte in de bibliotheek van de universiteit. In het begin de onrust. Spelletjes doen op de computer. Maar in het onzichtbare doet de vertraging zijn werk. Dan ontdek ik de boeken. Ik ga ermee naar de leeszaal. Daar is het altijd stil. Het werkt verslavend. Eerst lees ik boeken die ik gevonden heb in de bibliotheek, later neem ik boeken mee van thuis. Naast me altijd een schrift voor aantekeningen. Ik breng er weken door, later maanden. Het werden jaren.

In de leeszaal is het meestal rustig. Een witte zaal met witte tafels en witte stoelen met een paar spikkels mensen. Vaak dezelfde mensen. Soms stroomt de universitaire leeszaal plotseling vol. Met een ander soort mensen. Ze bewegen onrustig en lijken constant te worden opgejaagd. Ze praten op net te luide fluistertoon. Alsof ze de stilte nodig hebben, maar er ook bang voor zijn. Alsof ze de stilte smeken ook een beetje respect voor hen te hebben. Maar stilte heeft geen respect. Van de ene op de andere dag zijn ze allemaal weer verdwenen.

Door de maatregelen zijn er zorgen. Over geld. Over de toekomst. Persoonlijk is het niet de ergste crisis die ik ooit meegemaakt heb. Collectiviteit heeft iets dwangmatigs. Wie niet hard geraakt wordt, krijgt vanzelf een schuldgevoel.

Ooit verloor ik mijn baan. Van mijn laatste geld kocht ik een theaterabonnement. Uit noodzaak. Een film is al af voordat ik ernaar kijk. Een cd die ik opzet, is al klaar voordat er ooit een luisteraar bij komt kijken. Theater bestaat slechts in potentie. Zelfs als alles van tevoren bedacht is en tot in de puntjes voorbereid. Dan nog. Het is er nog niet. Het begint pas als ik er ook ben.

Vlak na het begin van de crisis krijg ik een e-mail van iemand van vroeger. Ik sta in de bcc. De wereld is veranderd – fundamenten zijn weggeslagen – de nieuwe realiteit vraagt om nieuwe oplossingen – we kunnen niet langer door blijven leven op dezelfde manier – nu is het moment aangebroken om de zaken anders aan te pakken – twijfel en onzekerheid hoort erbij.

Zittend aan de keukentafel lees ik het. Een mok koffie in de hand. Het ademt allemaal een soort verwarde daadkracht. Uiteindelijk raak ik geïrriteerd. Ik leef helemaal niet altijd op dezelfde manier. Ik pak elke dag dingen anders aan. Twijfel en onzekerheid zijn vaste bestanddelen in mijn bestaan. Daar heb ik geen corona voor nodig.

Ik wil zeggen dat dit niet mijn ergste crisis is.
Ik wil zeggen dat ik weet hoe het is om berooid, zonder werk en met een onzekere toekomst te zijn.
Ik wil zeggen dat er altijd een uitweg is, maar die is nooit gratis.
Ik wil zeggen dat ik nooit zekerheid gekend heb. Hooguit de illusie van zekerheid. En zelfs die maar in beperkte mate.

Ik wil zeggen dat ik het niet mis om naar voorstellingen te gaan.
Ik wil zeggen dat zodra er weer voorstellingen zijn, ik de eerste ben die gaat.