Zinnen zonder einde

Essay over Hilde & Heather

© William van der Voort

Tekst: Iris Blaak

I Hilde:
Een ranke vrouw. Ze staat stil in een wijde broek met regenboogkleurige streepjes. Haar lijf schokt. Haar adem stokt. Ze klinkt als de vlagen wind die een telefoongesprek verstoren. Ze strekt haar armen omhoog, maar ze kan er niet bij.

II Heather:
Een andere vrouw. In een pyjama-achtig pak dat rood is, als opgedroogd bloed. Ze cirkelt met haar heupen, roert in het bloed dat toch niet is opgedroogd. De stof van het pak rimpelt over haar buik. Haar buik strijkt de rimpels in de stof glad. Rimpels-glad-rimpels-glad.

I Hilde:
Ze strekt haar armen nog iets verder.

II Heather:
Ze maakt de cirkels nog iets groter.

I Hilde:
Haar ranke lijf schokt nu vervaarlijk, het lijkt alsof ze met haar vingertoppen een hoogspanningskabel aantikt. De uitgestrekte vrouw ontploft en valt op de grond.

II Heather:
Haar cirkelende heupen stuwen elkaar opvolgende heartbeats voort. Korte klopjes doorsnijden aanhoudende klanken die dan weer zuiver zijn, dan weer knetteren, als het geluid van een wisselvallige hemel waarin de zon non-stop opkomt en ondergaat.

 

© William van der Voort


I Hilde:
Haar ranke lijf ontwaakt en gaat overeind zitten, het is alsof de vrouw een droom van zich afschudt. Nu kan ze opnieuw beginnen.

II Heather:
Haar golvende haren doen denken aan de tentakels van een zeeanemoon, ze lijken door het water bewogen, maar stiekem produceren ze hun eigen gezwier dat het water aandrijft.

Twee vrouwen dansen volgens verschillende wetten, op één podium
Twee werelden gebeuren gelijktijdig, in één kosmos
Twee lichamen kruisen elkaar, maken géén contact
Ik richt mijn linkeroog op Hilde, mijn rechteroog op Heather
Ik loens om het gespleten beeld heel te kijken, (dat lukt niet)

I Hilde:
Ze rent vastberaden vooruit.
II ik:
Waar ren je naar toe waar ren je van weg waarom ren je?

I Heather:
Ze knielt zachtjes neer.
II ik:
Als een nimf aan een oever als een echtgenote aan een graf als wie kniel je?

I Hij:
Hij draait zich resoluut om.
II ik:
Keer je morgen terug keer je ooit nog terug wanneer keer je?

Steeds meer werelden dijen gelijktijdig uit, binnen mijn hoofd
Als zinnen zonder einde
In de spaties tussen de woorden kan alles zich nog voltrekken

 

© William van der Voort


Essay van Iris Blaak na het zien van de première van The Beauty of Falling Apart van Hilde Elbers & Heather Ware, op donderdag 31 januari in Chassé Theater, Breda. Iris Blaak was eerder 1 van de deelnemers van de eerste editie van Schrijfcursus Dans & Durf, een project voor creatieve schrijvers die nieuwe woorden durven zoeken voor dans, door Domein voor Kunstkritiek & DansBrabant (sept. 2017 – jan. 2018). De tweede editie van Dans & Durf loopt van februari 2019 tot juni en staat in het teken van het Moving Futures Festival.