Verslag workshop Ben Duke

Loslaten om een verhaal te vinden

Ben Duke_IMG_5729_s

Loslaten om een verhaal te vinden

Een zaal met een dozijn choreografen en bewegingskunstenaars. We liggen op de vloer en denken aan de zwaartekracht die aan onze botten trekt. Wat schudden met ons lijf doet. Zuchten, ademen en ontspannen van spieren. Zelfs bij het staande komen blijft de aandacht gericht op het gewicht van ons lichaam, terwijl we impulsief en soepel bewegen. Dit is het begin van de workshop die de Britse choreograaf Ben Duke van het gezelschap Lost Dog geeft op uitnodiging van DansBrabant en Theaterfestival Boulevard.

Tekst & beeld: Lotte Wijers
Een verslag in opdracht van DansBrabant ©

Dan volgt de lach. Een lachen dat vanuit het niets komt, dat een ademstoot veroorzaakt en geluid maakt. De lachspier zet andere spieren aan tot bewegen. Het gaat erom deze beweging toe te laten en zich vrijelijk uit te laten breiden. Als de lach stopt, blijkt er echter niets grappigs te zijn. Niets, je doet dan ook niets. Ben vergelijkt het met dronkenschap, waarin je ontspannen en slap beweegt; waarin je dingen ogenschijnlijk zonder reden doet. Een emotie kan even plots komen als gaan. Je danst, rent en valt. Je staat weer op alsof het niet gebeurd is. De rem is eraf.

We zijn los. Lachende lichamen bewegen kruislings door de ruimte. De ontspanning blijft; ledematen lijken ongedwongen alle kanten op te gaan. Sommigen struikelen haast over de eigen nonchalante stappen, door het volledig loslaten van een doel of richting voor het lichaam. Er klinken allerlei soorten gelach: van hoog tot laag, bulderend of afgeknepen piepend. Niet gecomponeerd, maar toch haast polyfonisch, hoor  je gelach van alle kanten: de ene keer een lach die langere tijd aanhoudt, maar een andere keer juist een lach die plots stopt.

Ben Duke_IMG_5795_s

We kijken ook in kleinere groepen als publiek naar elkaar. Lachen zet steeds bewegingen in gang, maar af en toe is de opdracht stil te staan en iemand uit het publiek aan te kijken. Door de continue verschuivingen van lach naar uitdrukkingsloosheid komt de improvisatie niet direct grappig over. De groep mensen biedt eerder een vervreemdende aanblik, omdat zowel de aanleiding voor de lach als die van het ophouden ervan voor een buitenstaander niet kenbaar is. Ik merk dat het me in de war brengt. Ik zie en ervaar zelf de zoektocht naar onstuimig bewegen en lachen. Niet eens zo makkelijk als je zou denken. Bewegen en lachen kan toch iedereen? Maar soms hapert er iets.

Deze verwarring wordt alleen maar groter als we met woorden aan de slag gaan. In een kring maken we een kettingreactie van het zo snel mogelijk zeggen van het eerste woord dat in je opkomt. Opnieuw gestruikel, ditmaal van hersenkronkels. Daarna noemen we in tweetallen zoveel mogelijk zelfstandig naamwoorden achter elkaar op. Associaties, taalvariaties, varianten, fantasie, verbeelding, poging, hapering, schakering, kleur, klank, dank, rijm, reis, pad, spoor, afdwaling. Tactieken zoeken om steeds maar door te kunnen gaan, maar ook weer niet teveel nadenken omdat je anders stilvalt. Sommigen worstelen met de woorden, zoals voor een moment theatermaker Lisah Baert in de knel komt: “Kastje, lepeltje, afwasborsteltje, sponsje, poetsen, wat, NEE… Simon Haen, ahhh! Nu kom ik bij personen!!!” (Haen is haar decorbouwer, red.).

Deze woordenstroom wordt gecombineerd met de spontane bewegingen. Zoveel mogelijk verschillende geluiden maken en spelen met de mogelijkheden van het lijf. Er ontstaat een wonderlijke wisselwerking van spraak, stemklank, adem en beweging. Veelal lijkt het willekeurig wat de performer doet, maar soms lijk je toch een betekenis of zelfs een verhaal te zien. Na de workshop zegt deelnemer Sabine Molenaar: “Bij dans is het niet zo dat ik een overduidelijk verhaal moet geven; er is ruimte voor interpretatie. Dat was nu ook zo op de momenten dat we wel onze stem of woorden gebruikten, omdat dit heel associatief gebeurde. Deze benadering van woord of stem, past daarom goed bij dans.” Deze benadering spreekt ook deelnemer Lotte van Gelder aan: “Heel interessant om met de stem te werken op een manier dat je iets vocaliseert, maar dat het niet per se verbaal is. Daarmee bedoel ik dat je niet een rationele betekenis overbrengt, maar dat je de stem op een associatieve, niet-narratieve manier gebruikt. Het is alsof dit stemgebruik en de beweging gewoon gebeurt, meer dan dat je het doet.”

Bijzondere momenten ontstaan tijdens een improvisatie in tweetallen. Tot de plek waar de schoenen van Ben staan, dansen we een duet met dezelfde bewegingskwaliteit en hetzelfde stemgebruik als hiervoor. Vanaf de lijn die de schoenen maken, moet het geluid echter weggelaten worden. De klanken van de dansers verstommen, maar het is alsof de intentie van het geluid een spoor nalaat op de beweging. Als een echo, die mentaal nagalmt. Deelnemer Angelle Peters ziet dat de beweging bij de afwezigheid van geluid een intensiteit krijgt, alsof de gedachte aan het geluid een nieuwe energie geeft aan de dans. Ben noemt hierna geluid treffend “de textuur van  beweging”.

Ben Duke_IMG_5745_s

Na de workshop vertelt deelnemer Thabi Mooi: “Ik merkte steeds dat Ben op zoek is naar een staat van zijn. Dat is voor mij als regisseur heel interessant. Het gaat niet zozeer om een resultaat, maar meer om de juiste toestand te vinden waarin de performer danst of speelt. Ik moest ook denken aan een uitspraak van Pina Bausch: “I am not interested in how people move, but in what moves them.” Wat daarop mooi aansluit is de gedachte van deelnemer Ulrike Doszmann: “Het fijne aan deze workshop was dat het tussen dans en acteren in was; en dat het technisch en praktisch tegelijk was. Zodra je spreekt is er betekenis. Bij dans hoeft er echter niet direct een betekenis te zijn. Dat is enerzijds bevrijdend, anderzijds zit er juist zoveel menselijks aan spreken. Iedereen spreekt namelijk. Ben kan je heel goed daar naartoe brengen, naar het spanningsveld tussen het abstracte en het menselijke”.

Tijdens de workshop van Ben Duke moet ik vaak denken aan het woord loslaten. Het gaat vooral om het loslaten van de controle op je beweging en loslaten van de rationaliteit van woorden. Loslaten van het willen beschrijven van een verhaal. En tegelijkertijd de onmogelijkheid van het volledig los kunnen laten. Want we zijn hier, met dit lichaam, met dit hoofd. Als we een verhaal willen vertellen kunnen we noch het één, noch het ander buiten beschouwing laten. Maar als we niet langer proberen de volledige controle over geest én lichaam te hebben, bieden we onszelf de kans om een nieuw verhaal te vinden.